Geen paniek, geen preventie?

Met apocalyptische beelden van de gevolgen van een wijdverspreide ziekteuitbraak zijn we door film en televisie al bekend. Door de mogelijkheid van dergelijke scenario’s weg te wuiven, lopen we de kans mis om mensen daadwerkelijk te helpen zich voor te bereiden.

De Nederlandse reactie op de verspreiding van coronavirusgevallen in Europa wordt bewust kalm en bedaard gehouden. Het RIVM, het nationale instituut voor volksgezondheid, zwakt de risico’s tegenover het algemeen publiek af en stelt drie simpele maatregelen voor om de verspreiding van de infectie te voorkomen: regelmatig handen wassen, niezen en hoesten in je ellenboog in plaats van in je hand, en het gebruik van papieren zakdoekjes. Hun website over het onderwerp stelt dat deze maatregelen van toepassing zijn op alle virussen die verkoudheid of griep veroorzaken, en dus altijd gebruikt moeten worden. Ook toen de eerste gevallen in Nederland bekend waren geworden – sommigen zonder duidelijke verbinding met andere bekende gevallen – werden geen beperkingen opgelegd op reizen of grote bijeenkomsten. Onder vrienden en collega’s wordt iedere uitdrukking van bezorgdheid als belachelijk afgedaan – er is geen reden tot paniek, niet overdrijven… het is niet anders dan de griep.

            Hoewel dit alles waarschijnlijk bedoeld is om bezorgdheid te beperken en stigmatisering en discriminatie te voorkomen, zou het in werkelijkheid contraproductief kunnen zijn. Door een dergelijke houding kunnen voorzorgsmaatregelen namelijk minder effectief worden ingezet. Wanneer, door de vordering van de epidemie, verdergaande maatregelen noodzakelijk blijken, zullen deze als een hele schok ervaren worden na het ontbreken van ernstige waarschuwingen in dit eerdere stadium. Nu het ‘inperken’ van het virus niet langer houdbaar is gebleken en het ‘uitstellen’ van verspreiding ten doel wordt gesteld, is de strategie voor de volksgezondheid in de omliggende landen al aan het veranderen. Maatregelen die in de media eerder beschreven werden als draconisch, zoals langdurige quarantaine, de afsluiting van hele regio’s, en reisverboden, worden steeds meer erkend als effectieve en noodzakelijke stappen. Tedros Adhanom Ghebreyesus, Directeur-Generaal van de WHO, spoort vele landen aan om agressievere strategieën te introduceren om deze uitdaging werkelijk aan te kunnen.

            Door de uitbraak van het coronavirus met de griep te vergelijken, ontkent men bovendien de angsten die ten grondslag liggen aan een groeiend besef van urgentie bij de mensen die wel besluiten geen handen meer te schudden of hun reizen te annuleren. Hoewel de meeste mensen geen bijzonder hoog risico lopen te overlijden, is de mogelijke verstoring van de samenleving door een overbelasting van de gezondheidszorg en een noodzakelijke beperking van werk, onderwijs, en reizen, onbekend en waarschijnlijk groot. Te veel nadruk op het voorkomen van paniek in tijden van fake news (ook met betrekking tot de gezondheidszorg) gaat voorbij aan de grote zorgen die wel degelijk bestaan. Als we in plaats hiervan zouden worden aangemoedigd om risico’s serieus te nemen, zouden we over kunnen gaan tot actie. Actie, die nu wellicht overdreven voorzichtig lijkt, maar cruciaal kan blijken in het beperken van de impact in de komende weken en maanden.

Manon Parry is professor in Medische Geschiedenis en coördineert de Master “Medical and Health Humanities” aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

English version